Kurkumawortel (kha min) is een lid van de gemberfamilie en is verwant aan galangal (laos). Kurkumawortel is veel kleiner dan gember en is een wortelstok met kleine vingerachtige wortel met bruine schil en zeer helder geel vruchtvlees dat vlekken kan maken. Inheems in India, wordt het gebruikt in zowel Indiase als Zuidoost-Aziatische gerechten, waar de verse wortel de voorkeur heeft. In Thailand is het een essentieel ingrediënt in currypasta's (bijvoorbeeld in Thaise groene curry - Geng Gwio Warn Gai) die het kleur en smaak meegeeft. De mensen uit de zuidelijke Thaise provincies zijn vooral gek op kurkuma en voegen het vaak toe aan visgerechten.
Kurkumawortel (kha min)
In India wordt kurkuma gekookt, gedroogd en vermalen tot een poeder en veel gebruikt in curry's. Omdat geel in Azië als een heilige kleur wordt beschouwd, wordt kurkuma vaak gebruikt om ceremoniële rijstgerechten te kleuren. In Thailand werd het vroeger gebruikt als kleurstof om de gewaden van monniken te kleuren.
Kurkuma wordt ook gewaardeerd om zijn geneeskrachtige eigenschappen, waaronder het blokkeren van de groei van kankercellen. In Thailand wordt het erkend als een spijsverteringsstimulans en zou het de bloedsuikerspiegel verlagen en daarom wordt het gebruikt voor diabetes en hypoglykemie. Vers kurkumasap kan ook worden gebruikt als remedie tegen hoest, artritis, chronische rugpijn en pijnlijke of geblokkeerde menstruatie. Het kan ook jeuk en zwelling verlichten, heeft een licht antiseptisch effect en is nuttig als ontstekingsremmer bij kneuzingen en verstuikingen.
Om verse kurkuma te bewaren, droog je de kurkuma met keukenpapier, wikkel je het in keukenpapier en bewaart je het in een ritssluitingszak in de koelkast. Als je kurkumawortels op de juiste manier bewaart, kun je ze een maand of zelfs langer bewaren.